mr. J. van de Riet (Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. / 030 - 785 2537)

Privaatrechtelijk overheidsoptreden bij erfpacht en algemene beginselen van behoorlijk bestuur

Het is vaste jurisprudentie dat het privaatrechtelijke overheidsoptreden genormeerd wordt door de algemene beginselen van behoorlijk bestuur (zoals het vertrouwensbeginsel, zorgvuldigheidsbeginsel, verbod van willekeur en détournement de pouvoir). Sinds het Ikon-arrest uit 1987 is het vaste rechtspraak dat ook de burgerlijke rechter privaatrechtelijk overheidshandelen direct toetst aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Indien een burger/ondernemer van oordeel is dat de overheid een dergelijk beginsel of meerdere beginselen schendt, ligt het volgens de Hoge Raad op de weg van de overheid om aan te tonen dat bijvoorbeeld een ongelijke behandeling in het concrete geval gerechtvaardigd is (zie bijvoorbeeld: Hoge Raad 27 maart 1987, NJ 1987, 727, AB 1987, 273, ECLI:NL:PHR:1987). De algemene beginselen van behoorlijk bestuur zijn inmiddels ook op grond van de wet (3:14 BW) van toepassing op privaatrechtelijk handelen van de gemeente. De gemeente is als overheidsorgaan gehouden het algemeen belang te behartigen en moet ook bij het uitoefenen van haar privaatrechtelijke bevoegdheden als erfverpachter voormelde beginselen in acht nemen. Artikel 3:1 lid 2 Awb schrijft voor “Op andere handelingen van bestuursorganen dan besluiten zijn de afdelingen 3.2 tot en met 3.4 van overeenkomstige toepassing, voor zover de aard van de handelingen zich daartegen niet verzet.” Door deze bepaling zijn derhalve (on)geschreven beginselen van behoorlijk bestuur van toepassing op dit privaatrechtelijk overheidshandelen.

 

8 januari 2021, mr. D. Kohelet (Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. / 06 42 38 38 45)

Trefwoordenminimumduur, minimumperiode, opzeggen huurovereenkomst, tussentijds opzegrecht, bepaalde tijd, onbepaalde tijd, Wet doorstroming huurmarkt, WDH

Inleiding

Het is een fenomeen dat, met name in het middensegment van de huurmarkt, blijft opduiken: “de huurovereenkomst voor onbepaalde tijd met een minimumperiode”. Dat komt erop neer dat de huurder een minimale periode (die meestal één jaar bedraagt) van zijn huurcontract móét uitzitten. Dat moeten uitzitten is echter naar mijn mening pertinent in strijd met het Nederlandse huurrecht en dat is al helemaal zo na de inwerkingtreding van de Wet doorstroming huurmarkt (2016). Een maatschappelijk probleem dat aandacht verdient, zeker in een tijd waarin huurders het extra zwaar hebben en starters moeilijker dan ooit aan een koopwoning kunnen komen. Het is zonneklaar dat zulke huurovereenkomsten de zoveelste hinderpaal vormen voor de zoektocht van die groep naar een koopwoning en hoewel dat nooit onderzocht is, is het aannemelijk dat die laatste groep betrekkelijk vaak met dit soort huurovereenkomsten te maken heeft.

4 februari 2020, mr. D. Kohelet (Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. / 06 42 38 38 45)

De uitbraak van een ziekte en de bestrijding daarvan: hoe zit dat juridisch?

Een internationale virusuitbraak, dit keer een coronavirus met de voorlopige naam 2019-nCoV of ‘Wuhan-virus’, teistert een steeds groter deel van de wereld. Eind januari viel in de media te lezen dat dit virus door de Nederlandse overheid officieel is aangewezen als “a-ziekte”. Maar wat houdt dat precies in, en wat zijn eigenlijk de rechten en plichten van de mensen die bij een besmetting betrokken zijn? Kan de overheid bij zo’n uitbraak een (vermeende) patiënt of andere betrokkenen ergens toe verplichten? Het korte antwoord luidt: ja, natuurlijk kan dat. Het recht op lichamelijke integriteit, hoe fundamenteel ook, gaat niet zo ver dat iemand met een beroep daarop de volksgezondheid in gevaar kan brengen. Maar hoe ver kan de overheid gaan in de door haar uit te oefenen dwang?

In het burenrecht zijn onderwerpen als verjaring met betrekking tot ‘landjepik’, rechten van overpad en inbreuken op het eigendomsrecht belangrijke onderwerpen. Van de Riet Advocaten beschikt over een gedegen kennis op dit gebied.

Op het gebied van appartementsrecht zijn onderwerpen als splitsingsakte, huishoudelijk reglement, nietige of vernietigbare besluiten belangrijke onderwerpen. Van de Riet advocaten beschikt over een gedegen kennis op dit gebied.

Een recht van erfpacht is een zakelijk recht, dat de erfpachter de bevoegdheid geeft eens anders onroerende zaak te houden en te gebruiken. De erfpachter heeft, tenzij in de vestigingsakte anders bepaald, hetzelfde genot van de zaak als een eigenaar. De inhoud van het recht van erfpacht, de rechten en plichten, wordt verder bepaald in de vestigingsakte.

Van de Riet Advocaten
Laan van Chartroise 168
3552 EZ UTRECHT

Tel. +31 (0) 30 - 785 2537
Fax. +31 (0) 30 - 785 2572 

info@rietvast.nl
www.rietvast.nl
Kamer van Koophandel: 80171508


Wij houden het nieuws natuurlijk in de gaten en selecteren regelmatig onderwerpen waarvan wij denken dat die voor onze branche relevant zijn. Dit doen we in onze rubriek "Blik op dossiers".

Blijf op de hoogte en volg onze artikelen op de website, maar ook op de sociale kanalen.

Contact ons

Al bijna 25 jaar ervaring in deskundig juridisch advies

Nieuwsbrief ontvangen?

Wij betrekken u graag bij ons werk! Hieronder schrijft u zich in voor de digitale nieuwsbrief van Van de Riet Advocaten.

Locatie

Laan van Chartroise 168
3552 EZ UTRECHT

Phone: +31 (0) 30 - 785 2537
Fax. +31 (0) 30 - 785 2572

Email: info@rietvast.nl
Internet: www.rietvast.nl
Kamer van Koophandel: 80171508

 

Copyrights 2021 HUN. All right reserved; Design by www.hun.nl webdevelopment